8 maart is Internationale Vrouwendag. Hoewel in theorie vrouwen in onze samenleving alle mogelijkheden hebben, blijkt deze dag toch nodig te zijn.
Van oudsher zijn er machtige heerseressen, briljante wetenschapsters, geniale kunstenaressen, maar zij zijn weinig bekend. De Renaissance en het Rationalisme zijn hier de schuld van. De intellectuele vaardigheden worden dan alleen aan mannen toegekend.
Ken je Kassia, de Byzantijnse componiste en dichteres uit de negende eeuw? In de twaalfde eeuw leven Herrad von Landsberg, de samenstelster van een Encyclopedie, Trotula, een artsin, en Claricia, een miniaturiste. Hadewijch dicht in de dertiende eeuw en Christine de Pisan schrijft in 1400 pacifistische en feministische boeken. Catharina van Hemessen in de zestiende eeuw en Artemisia Gentileschi in de zeventiende zijn beroemde schilderessen. In diezelfde eeuw wordt de universeel begaafde Anna Maria van Schurman als eerste vrouw toegelaten tot een Nederlandse universiteit. Voor de natuurkundige Laura Bassi schept de paus een 25ste plaats in een college van 24 mannen. In de achttiende eeuw is Émilie du Châtelet een wiskundige en natuurkundige en in de negentiende eeuw bedenkt Ada Lovelace de eerste computertaal.
De rij zou eindeloos zijn voort te zetten. Dit is een begin.