“Hete Vuren” is een tentoonstelling in het Limburgs Museum.
Vuur in al zijn vormen is een vaak voorkomend motief in de schilderkunst. Het geeft de schilderes of schilder de mogelijkheid om het werk te verlevendigen door boeiende licht-donker contrasten.
Maar vuur is zeker ook belangrijk in het leven van de mens. Als vriendelijke begeleider in de vorm van een kaars (De la Tour) of een olielamp (Van Gogh), die de omgeving verlicht; als haard (Gebr. Limburg) of kampvuur (Elsheimer) om te verwarmen, te koken en te beschermen. Vuur is nuttig bij het werk bijv. in een smidse, bij glasblazers of voor de alchemie. Zo geeft Brueghel dit weer in zijn “Allegorie van het vuur”.
Maar vuur kan ook vijandig zijn: als stadsbrand (Turner), natuurbrand (Wright of Derby) of in de oorlog. Maar ook in de Hel (Bosch) natuurlijk, want vuur kan duivels zijn. Of in tegenstelling: goddelijk; als de oude zonnegoden (Rubens) of als symbool zoals de Eeuwige Vlam, de Brandende Doornstruik (Bouts), de aureolen van heiligen (Giotto) en de vlammetjes van de Heilige Geest (Van Dijk).
“Vuur” als een van de Vier Elementen komt zo in de schilderkunst op veelvuldige wijze voor.

Beeld: Limburgs Museum